Estafetteschaak

Op zondagochtend was het hoog tijd voor het eerste schaakspel van het kamp! Iedereen, zowel kind als smurf, moest nog een beetje warmdraaien dit kamp dus hebben we het eerste schaakspel gecombineerd met wat ochtendgymnastiek in de vorm van een estafetteloop. De kinderen gingen groepje tegen groepje schaken, maar moesten bij elke zet eerst een stuk rennen om bij het bord te komen. En daarbij gold: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. De kinderen mochten namelijk meteen zetten als ze bij het bord kwamen. Dus een team dat sneller rende kon mogelijkerwijs meer zetten doen, mits ze ook snel een zet bedacht hadden.

Dit bracht de nodige chaos met zich mee. Er werd met zoveel passie gerend en geschaakt dat de stukken letterlijk door de lucht vlogen. Daarnaast was het een kabaal van jewelste want het tactische overleg gebeurde terwijl de kinderen terug aan het rennen waren naar hun groepje om de volgende naar het bord te sturen, daar was logischerwijs nogal wat volume voor nodig. Kreten als: “Sla de koning!” en “Ik heb een gratis paard geslagen!” werden dan ook met veel enthousiasme ontvangen.

Al snel werder er ook verschillende strategieën ontwikkeld voor deze spelvorm. Sommigen kozen voor de agressieve aanpak door snel en veel de koning van de tegenstander aan te vallen en er op te vertrouwen dat door snel rennen deze aanvallen afgemaakt konden worden. Anderen kozen juist voor een defensievere tactiek, door juist aan het bord te wachten tot de tegenstander een zet deed om vervolgens hierop te antwoorden met een tegenaanval om vervolgens instructies naar het volgende kind uit het groepje te schreeuwen over het doelwit van de tegenaanval. Een aantal keer botsten twee gebruikers van deze laatste strategie, waardoor er een staredown aan het bord ontstond, beide spelers wilden niet als eerste zetten. Hierop heeft Brilsmurf vakkundig inggegrepen door beide spelers één minuut denktijd te geven waarin ze een zet moesten doen, anders zouden beiden teams een verliespartij genoteerd krijgen. Dit om het vlotte (en soms zelfs overhaaste) karakter van het spel erin te houden. Daardoor gingen de meeste ‘afwachtende’ spelers wel een zet doen, maar Xavi durfde zelfs tot de laatste seconde af te wachten en durfde een verliespartij te riskeren, alles om Jonne te dwingen eerst een zet te doen. Uiteindelijk was zelfs deze alles-of-niets tactiek niet voldoende en kon Jonne’s groepje er met de winst vandoor gaan.

Veel partijen speelden uit op vroege aanvallen met als gevolg dat er al gauw veel stukken van het bord verdwenen, als een riskante aanval niet bleek te werken. Andere partijen waren wat bedachtzamer waar er eerst stukken werden ontwikkeld om later een klein voordeel te vinden en dat uit te buiten om op zoek te gaan naar de overwinning. Het ultieme voorbeeld hiervan was een partij op bord vier dat uitmondde in een heus pionneneindspel. Echter kan de gebruikelijke theorie achter een pionneneindspel (of openingstheorie) logischerwijs uit het raam gegooid worden aangezien er, indien er hard genoeg gerend wordt, meerdere zetten achter elkaar gedaan worden. Dit leidde dan ook tot zowel promotie van een pion aan beide kanten van het bord. Wit kon eerder schaak zetten en zwart kon dit niet op tijd opheffen voor het volgende kind van het witte team weer aan het bord stond en de koning wist te slaan.

De uiteindelijke puntenverdeling:

Ninja Turtles 10
Goudwinnende Sporters 6
Burgers 7
Jonne’s Schuld 8
Eeuwig 2e 10
Vlammende 6 7
Vuurgoden 8
Olympische Donuts 6

Sorry, comments are closed for this item.