Dinsdagavond stond het smokkelspel weer op het programma. In het bos moeten de kinderen dan tussen 2 posten heen en weer rennen met zakjes meel. Elk binnengebracht zakje levert een punt op. Dat klinkt wel heel simpel, maar iedereen begrijpt dat het in de praktijk zo gemakkelijk niet is. In het bos zitten namelijk een stuk of 8 smurfen met honkbalknuppels verstopt. En die rennen achter de kinderen aan om ze zo hard mogelijk neer te knuppelen. Als je dan neergeknuppeld bent, moet je ook nog je smokkelwaar inleveren en mag je, met een grote bult op je hoofd weer terug naar de beginpost om een nieuw zakje te halen om je daarna, met gevaar voor eigen leven, opnieuw in dit barre avontuur te storten.

Ondanks alle gevaren die op de loer lagen (en rond renden) in het dichtbegroeide oerwoud en de vele gesneuvelde zakjes meel, wisten de kinderen toch ruim de helft van alle zakjes succesvol naar de overkant te smokkelen. Na zo’n anderhalf uur, toen de schemering begon te vallen, werden alle wonden gelikt en de zakjes geteld. De beste smokkelaar was Morris, die maar liefst 5 zakjes meel ongezien heeft weten over te brengen. Verder hebben alle kinderen ten minste 1 zakje met succes gesmokkeld. (Behalve Simon dan).

Uiteraard kregen alle groepjes ook bij dit spel punten voor het klassement. Er is daarbij natuurlijk ook rekening gehouden met het feit dat sommige smokkelbendes uit meer leden bestonden dan andere. Het gemiddeld aantal succesvol gesmokkelde zakjes per smokkelaar is dus berekend.