Doornroosje was in slaap gevallen en bevond zich in een grote, hoge toren. Om haar te redden speelden de kinderen een schaakspel. Niet een gewoon schaakspel, nee, reddingsschaak. Reddingsschaak is bijna hetzelfde als normaal schaak, maar je kon ook winnen door beide torens van de tegenstander te slaan. Dat betekent dat wanneer je achteloos halverwege de partij beide torens ruilt, je opeens plotsklaps verloren kon hebben. Tegelijkertijd zette dit ook de waarde van de stukken op de kop. Stel dat je de dame zou offeren voor een toren, dan had je weliswaar minder goede stukken over, maar kon je wel alle pijlen richten op de overgebleven toren (of de koning).

Al gauw begonnen de kinderen verschillende strategieën uit te proberen. Sidney was als eerste klaar, tegen Xavi. Hij won door twee torens te hebben geslagen. Helaas voor hem was dat iets te vroeg, want het spel was nog niet begonnen… Ze moesten dus nog een keer tegen elkaar en toen won Xavi wel.