Spelschaak

Het spelschaak van zondagochtend bestond uit 2 onderdelen: pongschaak en rouletteschaak. Bij pongschaak staan er 10 plastic bekertjes in een driehoek op de tafel. Elk bekertje hoort bij een schaakstuk. Met 2 pingpongballetjes mag je proberen om in de bekertjes te gooien. Als je bijvoorbeeld in een bekertje met een pion gooit, mag je op het schaakbord met een pion een zet doen. Gooi je allebei de balletjes mis, gaat je beurt over. Dit bleek een populair spel te zijn bij zowel de kinderen als de smurfen. De rest van de zondag werd het nog heel veel gespeeld. En misschien de rest van het kamp ook nog wel…

Bij rouletteschaak mogen de kinderen kaartjes met schaakstukken op een roulettelaken leggen. Als het rouletteballetje dan op een nummer met een paard terecht komt, mag je natuurlijk een zet doen met een paard. Als dat mogelijk is tenminste. En zo niet, dan gaat je beurt voorbij.

Er werden 2 lange rondes gespeeld waarbij elk team 1x rouletteschaak en een aantal keer pongschaak speelden. De supersnoepjes en kapitein onderbroek squad wonnen allebei hun wedstrijden en krijgen voor het spelschaak ieder 10 punten.

Sorry, comments are closed for this item.