Dag 3: Beestenboel

Het eerste spel van de derde dag was beestenboel: een spel waarbij je door een actie uit te voeren bepaalt, welk stuk er gezet mag worden. Hierbij waren 4 spellen bedacht: flessen trappen, ballen rollen, darten en ballen gooien.
Bij het flessen trappen moest je een bal richting 6 flessen trappen waarbij op elke fles een stuk stond. De fles die omgetrapt is, bepaalt het stuk dat je mag zetten. Als je mist of het stuk niet kan zetten, gaat je beurt over. Degene die het eerst de koning weet te slaan, wint het spel.


Bij het ballen rollen was er op de grond een strook uitgezet, met in deze strook 6 vakken, waarbij elk vak weer een stuk bedroeg. De bal werd vervolgens gegooid, en in welk vak deze neer kwam, bepaalde welk stuk er gezet moest worden.


Voor het darten was een dartbord aangepast, zo dat elk nummer een stuk voorstelde. Waar de dartpijl in het bord landde, bepaalde het stuk dat gezet moest worden.


Het ballen gooien was een moeilijk spel. Er waren 18 bekers neergezet: drie per kleur met zes kleuren. Elke kleur stond zo voor een stuk. Er moest vervolgens een pingpongbal gegooid worden, waarbij het stuk dat gezet moest worden bepaald werd, door de beker waarin de pingpongbal gegooid werd.


Zodra alle partijen voorbij waren, werd er gewisseld tussen de groepen en kreeg iedereen een ander spel toegewezen.

Leave a Reply